Kenmerken

De kinderen die een hechtingsstoornis hebben, hebben ook een ander gedrag dan de meeste kinderen van hun leeftijd.


Gedragskenmerken

  • Ze zijn meestal niet zichzelf.
  • Hun geweten is niet goed ontwikkeld, ze hebben geen goed gevoel voor wat kan en wat niet kan.
  • Kinderen met een hechtingsstoornis hebben geen fijne ervaring gehad. Zij hebben zo'n ervaring gehad dat ze 'niet gewenst' zijn. Daardoor vinden ze zichzelf niets.
  • Agressie kan uitlopen tot mishandelen, brandstichting, diefstal, liegen etc.
  • Thuis is er vaak een strijd aan de gang over de regels. Het kind wil zijn/haar zin en de ouders willen dat het kind naar hen luistert. Toch merken familieleden, vrienden er niets van, want dan laat het kind dat gedrag niet zien.
  • Het kind is heel goed in het aandachtig bekijken van iets, iets/iemand inschatten en manipuleren. Hij/Zij is bij anderen negatief over de ouders en bij de ouders weer negatief over anderen.
  • Ze hebben vaak een normaal IQ, maar dit laten ze niet zien op school.

Gedragsproblemen

  • Ze kunnen niet goed  iemand vertrouwen. Geen volwassenen, dus geen leerkrachten.
  • Ze hebben geen 'normaal' gedrag. Ze weten niet hoe ze moeten omgaan met alles, denk aan hun lichaam, of met hun gevoelens en anderen.
  • Het kind heeft vaak een negatieve eigenschap die invloed heeft op anderen. Als hij/zij bijvoorbeeld dominant en eisend is of iemand die met iedereen vrienden kan zijn, dan is dat geen goed begin voor een echte vriendschap.
  • Hij/Zij wil graag controle over zowat alles om hen heen. Op die manier heeft diegene nog een beetje een 'veilig' gevoel.
  • Ze hebben moeite met structureren. Ze snappen het begrip 'tijd' ook niet. Ze bijvoorbeeld moeite om zich aan afspraken te houden.
  • Ze steken enorm veel energie in het observeren van alles en iedereen om zich heen. Ze willen alles heel goed in de gaten houden, want dan voelen zij zich het veiligst.
  • Deze kinderen hebben veel moeite met plotselinge veranderingen. Als er ineens een kleine verandering komt (wat voor ons klein is) kan het kind zich heel onveilig gaan voelen.
  • Doordat ze zich onveilig voelen moeten ze zich verdedigen. En in hun ogen is aanval de beste verdediging.

Sterke kanten

  • Ze hebben veel kennis over mensen. Ze zijn dus heel goed in iemand inschatten.
  • Ze maken makkelijk contact en maken snel vrienden/vriendinnen. Deze zijn niet altijd blijvend.
  • Het contact dat ze maken is oppervlakkig. Het is dus niet diepgaand.